Statuten, geldig tot 29 maart 2023

Statuten BWW de Eem

vastgesteld in de algemene ledenvergadering van 14 april 2012 (notariële akte van 20 april 2012).

Onderstaande statuten zijn vervangen door nieuwe statuten per 29 maart 2023.
» Zie hiervoor de pagina Statuten.

INHOUD

Naam
Artikel 1
De vereniging draagt de naam: Baarnse Watersportvereniging “de Eem” (verkorte naam: BWV de Eem) en is opgericht op twintig maart negentienhonderd drieëntwintig.

Zetel
Artikel 2
Zij heeft haar zetel in de gemeente Baarn.

Doel
Artikel 3
1. De vereniging heeft ten doel: het doen beoefenen en het bevorderen van de watersport.
2. Van het doel is uitgesloten het doen beoefenen en het bevorderen van de beroepswatersport.

Leden
Artikel 4
1. Degene die als lid wil worden toegelaten, geeft zich daartoe schriftelijk op bij de secretaris, dan wel via de website van de vereniging bij de ledenadministratie.
2. Seniorleden zijn zij die bij aanvang van het verenigingsjaar de achttienjarige leeftijd hebben bereikt, deelnemen aan de activiteiten van de vereniging en gebruik maken van de faciliteiten van de vereniging.
3. Juniorleden zijn zij die deelnemen aan de activiteiten van de vereniging en gebruik maken van de faciliteiten van de vereniging, doch die bij aanvang van het verenigingsjaar nog niet de achttienjarige leeftijd hebben bereikt.
4. Passieve leden zijn zij die als senior- of juniorlid aan de secretaris te kennen hebben gegeven de vereniging te willen steunen, zonder gebruik te maken van de faciliteiten van de vereniging.
5. Leden die zich jegens de vereniging verdienstelijk hebben gemaakt, kunnen door de algemene ledenvergadering worden benoemd tot erelid of lid van verdienste. Nadere regelen hieromtrent zijn opgenomen in het huishoudelijke reglement.
6. Het bestuur houdt registers waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen. Deze registers zijn voor de leden toegankelijk.

Einde van lidmaatschap
Artikel 5
1. Het lidmaatschap eindigt;

a) door de dood van het lid
b) door de opzegging door het lid;
c) door opzegging namens de vereniging. Deze kan geschieden wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten gesteld te voldoen, wanneer hij zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren, met inachtneming van het Burgerlijk Wetboek.
d) door ontzetting. Deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt, onverminderd het bepaalde in artikel 15.

2. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur.
3. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur.
4. Zowel in geval van opzegging door het bestuur, als in geval van ontzetting uit het lidmaatschap, stelt het bestuur het lid zo spoedig mogelijk van het besluit in kennis, met opgave van de redenen. Het betrokken lid is bevoegd binnen één maand na de ontvangst van de kennisgeving in beroep te gaan bij de algemene ledenvergadering. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst. Een geschorst lid heeft geen stemrecht.
5. Wanneer het lidmaatschap in de loop van het verenigingsjaar eindigt, blijft desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd.

Verplichtingen
Artikel 6
1. De leden zijn gehouden tot het betalen van een jaarlijkse bijdrage die door de algemene ledenvergadering wordt vastgesteld.
2. Ereleden zijn van de verplichting tot het betalen van een jaarlijkse bijdrage vrijgesteld.
3. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van een bijdrage te verlenen.
4. Het bestuur is bevoegd leden – voor wie zij dat wenselijk of noodzakelijk acht – te binden aan statuten en reglementen van de bonden en/of verenigingen die betrekking hebben op het beoefenen en bevorderen van de watersport.

Rechten
Artikel 7
Onverminderd het overigens bij de wet of deze statuten bepaalde, hebben de leden het recht om van de door het bestuur aan te wijzen faciliteiten en eigendommen van de vereniging gebruik te maken. Dit gebruik moet geschieden overeenkomstig de bestaande of nog te maken reglementen, besluiten en gebruiken en eventueel onder de voorwaarden als door het bestuur zijn of zullen worden vastgesteld.

Bestuur
Artikel 8
1. Het bestuur bestaat uit minimaal vijf (5) personen, die door de algemene ledenvergadering worden benoemd uit de leden en die allen meerderjarig moeten zijn.
2. De algemene ledenvergadering kan besluiten dat één lid van het bestuur niet uit de leden wordt benoemd.
3. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit een of meer voordrachten onder aanwijzing van de functie die zij in het bestuur zullen bekleden. Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als tien leden. De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de vergadering medegedeeld. Een voordracht door tien of meer leden moet twee dagen voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij het bestuur worden ingediend (de dag van de vergadering niet meegerekend).
4. Indien er meer dan één voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten bij gewone meerderheid van stemmen.
5. Familieleden in de eerste graad en personen die een gemeenschappelijke huishouding met elkaar hebben, kunnen niet tegelijk een bestuursfunctie bekleden.

Bestuursbevoegdheid
Artikel 9
1. Voor besluiten strekkende tot het aangaan van overeenkomsten tot het verkrijgen, vervreemden en bezwaren van registergoederen en van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een ander verbindt, behoeft het bestuur de voorafgaande goedkeuring van de algemene ledenvergadering.
2. De vereniging wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door:

a) hetzij het bestuur;
b) hetzij twee gezamenlijk handelende bestuursleden, waarvan één de voorzitter of de penningmeester is.

Einde bestuurslidmaatschap – schorsing
Artikel 10
1. Elk bestuurslid, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd is benoemd, kan te allen tijde door de algemene ledenvergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
2. Elk bestuurslid treedt uiterlijk vier jaar na zijn benoeming af volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreden. De aftredende is maximaal twee maal herkiesbaar voor dezelfde functie in een aaneengesloten periode. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster van aftreden de plaats van zijn voorganger in.
3. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts:

a) door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging;
b) door bedanken.

Jaarverslag – rekening en verantwoording
Artikel 11
1. Het verenigingsjaar loopt van één april tot en met eenendertig maart.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
3. Het bestuur brengt op een algemene ledenvergadering binnen zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene ledenvergadering, zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van een balans en een staat van baten en lasten, rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur. Na verloop van de termijn kan ieder lid deze rekening en verantwoording in rechte van het bestuur vorderen.
4. De algemene ledenvergadering benoemt jaarlijks uit de leden een commissie van ten minste twee personen die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. De commissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en brengt aan de algemene ledenvergadering schriftelijk verslag van haar bevindingen uit.
5. Vereist het onderzoek van de rekening en verantwoording bijzondere boekhoudkundige kennis dan kan de commissie van onderzoek zich door een deskundige doen bijstaan. Het bestuur is verplicht aan de commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage van de boeken en bescheiden van de vereniging te geven.
6. De last van de commissie kan te allen tijde door de algemene ledenvergadering worden herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere commissie.
7. Het bestuur is verplicht de bescheiden bedoeld in de leden 2, 3 en 4 tien jaren lang te bewaren.

Algemene Ledenvergadering
Artikel 12
1. Aan de algemene ledenvergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.
2. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, wordt een algemene ledenvergadering – de jaarvergadering – gehouden.
In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:

a) het jaarverslag en de rekening en verantwoording bedoeld in artikel 11 met het verslag van de aldaar bedoelde commissie;
b) de benoeming van de in artikel 11 lid 4 genoemde commissie voor het volgende verenigingsjaar;
c) voorziening in eventuele vacatures;
d) voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering;
e) de goedkeuring van de begroting en een eventueel investeringsplan, alsmede andere verplichtingen.

3. Andere algemene ledenvergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit noodzakelijk oordeelt.
4. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanige aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van één/tiende gedeelte der stemmen of dertig stemmen, indien dit minder dan één/tiende der stemmen is, verplicht tot het bijeenroepen van een algemene ledenvergadering, te houden uiterlijk twintig werkdagen na de indiening van het verzoek. Indien aan het verzoek binnen tien werkdagen geen gevolg wordt gegeven kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig artikel 14 of bij advertentie in ten minste een ter plaatse waar de vereniging gevestigd is veel gelezen krant (periodiek).

Toegang en stemrecht
Artikel 13
1. Toegang tot de algemene ledenvergadering hebben alle leden van de vereniging. Geen toegang hebben geschorste leden en geschorste bestuursleden, tenzij uitgenodigd door bestuur of algemene ledenvergadering.
2. Over toelating van andere dan de in lid 1 bedoelde personen beslist de algemene ledenvergadering.
3. Ieder lid van de vereniging dat niet geschorst is, heeft één stem.
4. Passieve leden hebben geen stemrecht.
5. Een lid kan zijn stem door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid laten uitbrengen. Het aantal volmachten is beperkt tot twee per persoon. Een bestuurslid kan niet gemachtigd worden.

Bijeenroepen algemene ledenvergadering
Artikel 14
1. De algemene ledenvergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping geschiedt schriftelijk aan de adressen van de leden volgens de registers bedoeld in artikel 4 lid. De oproeping kan geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door het lid voor dit doel aan de vereniging is bekendgemaakt.
De termijn voor de oproeping bedraagt tenminste tien werkdagen, de dag van oproeping en vergadering niet meegerekend.
2. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het bepaalde in artikel 16.

Aanvaarding Dopingreglement en tuchtreglement
Artikel 15
1. De leden van de vereniging zijn verplicht om:

a) het Nationaal Dopingreglement Nederlandse Sport (Dopingreglement) en het tuchtreglement van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond (KNRB), zoals die thans luiden of te eniger tijd in gewijzigde vorm luiden, op hen te aanvaarden en daaruit voortvloeiende verplichtingen na te leven en om – indien vereist – aan de uitvoering van die bepalingen hun medewerking te verlenen;
b) in geval van (verdenking van een) overtreding van het Dopingreglement en/of het tuchtreglement van de KNRB te allen tijde en zonder voorbehoud volledig de toepasselijkheid op hen van het Dopingreglement en/of de tuchtrechtspraak van de KNRB, zoals neergelegd in of vanwege de statuten van de KNRB, te aanvaarden;
c) de sancties, die op grond van dit Dopingreglement en/of tuchtreglement aan hen worden opgelegd, bij onherroepelijk worden van deze sancties, te aanvaarden, en
d) te aanvaarden dat deze sancties een grond kunnen zijn voor ontzetting uit het lidmaatschap.

2. De op grond van het Dopingreglement en/of tuchtreglement aan een lid van de vereniging opgelegde sancties kunnen, bij onherroepelijk worden van deze sancties, een grond zijn voor ontzetting van het lid uit het lidmaatschap van de vereniging.

Statutenwijziging
Artikel 16
1. In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van een algemene ledenvergadering waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
2. Zij die de oproeping tot de algemene ledenvergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste tien werkdagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. Bovendien wordt een afschrift als hiervoor bedoeld, aan alle leden toegezonden.
3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste de helft van het totaal aantal stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd is. Is niet de helft van het totaal aantal stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden ten minste tien en ten hoogste veertig werkdagen na de eerste vergadering, waarin over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden, kan worden besloten, mits met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen.
4. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt en verleden. Ieder bestuurslid is bevoegd tot het doen verlijden van de akte.

Ontbinding
Artikel 17
1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene ledenvergadering. Het bepaalde in de artikelen 16 lid 1, 2, en 3 is van overeenkomstige toepassing.
2. Het batig saldo na vereffening vervalt aan degenen die ten tijde van het besluit tot ontbinding stemgerechtigd lid waren. Ieder hunner ontvangt een gelijk deel. Bij het besluit tot ontbinding kan echter ook een andere bestemming aan het batig saldo worden gegeven.
3. De algemene ledenvergadering bepaalt wie de boeken en bescheiden van de vereniging gedurende een termijn van ten minste tien jaar bewaart, nadat de vereniging heeft opgehouden te bestaan.

Huishoudelijk reglement
Artikel 18
1. De algemene ledenvergadering stelt een huishoudelijk reglement vast dat geldt voor de leden.
2. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet noch met de statuten.
3. In het huishoudelijk reglement worden nadere regels gegeven omtrent die onderwerpen waarvan regeling gewenst is.